Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan “7e herziening Buitengebied Veere”

Burgemeester en wethouders van Veere maken bekend dat als gevolg van het bepaalde in artikel 3.8 Wet ruimtelijke ordening de gemeenteraad van Veere in zijn vergadering van 12 december 2024 het ontwerp bestemmingsplan “7e herziening Buitengebied Veere” gewijzigd heeft vastgesteld. Daarbij heeft de gemeenteraad geen exploitatieplan vastgesteld. 

Wijzigingen ten opzichte van het ontwerp bestemmingsplan

Toelichting

  1. De zin in paragraaf 2.2 op pagina 13 waarin het grondwater als een van de bronnen is vermeld om zoet water op te slaan wordt als volgt gewijzigd: Bronnen van het op te slaan water zijn hemelwater en zoet oppervlaktewater.
  2. Voorts wordt opgenomen: Verder kan er een vergunningplicht van toepassing zijn voor het realiseren van werken (waaronder waterbassins) in de beschermingszones. Deze beschermingszones zijn vastgesteld bij de Waterschapsverordening waterschap Scheldestromen. De beschermingszones zijn te raadplegen via de volgende link: https://scheldestromen.maps.arcgis.com/apps/webappviewer/index.html?id=4c9208ef25414bbbb1a889e6553bd647.
  3. Tot slot wordt op pagina 16/17 van de Toelichting toegevoegd dat voor het realiseren van werken binnen de beschermingszones een vergunningplicht van toepassing kan zijn.
  4. Pagina 24, kopje ‘Vaststelling’ komt als volgt te luiden: De gemeenteraad heeft overeenkomstig het voorstel van het college de aanpassingen naar aanleiding van de zienswijzen en de ambtshalve aanpassingen overgenomen en het bestemmingsplan dienovereenkomstig vastgesteld. Bij de behandeling zijn twee amendementen ingediend. Eén over het inperken van de hoogte van waterbassins buiten het agrarisch bouwvlak 9 van 3,5 meter naar 2 meter) en één over het mogelijk maken van opslag van agrarische producten. Dit is verwerkt in het bestemmingsplan. 

Regels

1.         Artikel 3.6.4 onder c en artikel 4.6.4 onder c wordt als volgt gewijzigd: de hoogte van de aarden wallen bedraagt ten hoogste 2 m;

2.         Artikel 3.6.4 onder d en artikel 4.6.4 onder d wordt als volgt gewijzigd: de helling van de buitenzijde van de aarden wallen mag niet steiler zijn dan 1:2;

3.         Artikel 3.6.5 en 4.6.5 worden als volgt gewijzigd:
a.         In de aanhef van het artikel: Afwijken verharding opslag agrarische producten;
b.         Het artikel zelf wordt veranderd in: Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.5.1 onder j respectievelijk artikel 4.5.1 onder j en medewerking verlenen aan het aanbrengen van oppervlakteverharding.

4.         De artikelen 3.6.4 en 4.6.4 worden met de volgende voorwaarden aangevuld:
a.         Aanleg op of aansluitend aan een bouwvlak niet mogelijk is door het ontbreken van een adequaat innamepunt voor zoet water;
b.         Het bassin een functie vervult voor de nabijgelegen gronden; 
c.         Aanleg niet ten koste gaat van beschermde natuurwaarden en bijzondere landschappelijke en/of cultuurhistorische waarden in het betreffende gebied. 

5.         De artikelen 3.2.4 onder d (Agrarisch met waarden – Landschaps- en natuurwaarden) en 4.2.4 onder d (Agrarisch met waarden – Landschapswaarden) gaan als volgt luiden:
d. tijdelijke verplaatsbare schaduwvoorzieningen ten behoeve van paarden en vee, waarvan de bouwhoogte ten hoogste 3 m bedraagt, met dien verstande dat deze voorzieningen uitsluitend aanwezig zijn in de periode van 1 april tot en met 31 oktober en buiten die periode volledig verwijderd zijn, inclusief ondersteunende constructies.

6.         Artikel 4.7.10 (wijzigingsbevoegdheid voormalige agrarische bedrijfswoning naar plattelandswoning) wordt als volgt aangepast: Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de aanduiding ‘bedrijfswoning’ te wijzigen in een ‘plattelandswoning’, met dien verstande dat na planwijziging de regels onder artikel 4.2.2 onder a, b en j onverminderd van toepassing blijven. 

7.         Artikel 4.2.2 onder j wordt als volgt aangepast:
•          1.[…];
•          2. bij uitbreiding van een bestaand bijgebouw de goothoogte en de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan die van het bestaande bijgebouw;
•          3. in het geval dat een geheel nieuw bijgebouw wordt gebouwd de goot- en bouwhoogte ten hoogste 3 meter respectievelijk 7 meter mag bedragen.

8.         Artikel 3.5.6 sub e, 4.5.5 sub e, 5.5.2 sub e, 7.5.1 sub e, 9.5.1 sub e, 10.5.1 sub e, 12.5.1 sub e, 15.5.1 sub e, 17.5.2 sub e en 21.5.3 sub e wordt als volgt aangepast:
•          1. er dient te worden voorzien in een parkeerplaats voor minimaal één auto;
•          2. indien aan tot en met 3 personen recreatief nachtverblijf wordt geboden, dient minimaal één parkeerplaats aanwezig te zijn;
•          3. indien aan meer dan 3 personen recreatief nachtverblijf wordt geboden, dienen minimaal twee parkeerplaatsen aanwezig te zijn;
•          4. de parkeerplaats dient op eigen terrein, dat wil zeggen op het terrein van de woning waarbij het recreatief nachtverblijf wordt aangeboden, te worden gerealiseerd en in stand gehouden;
•          5. de parkeerplaats is aanvullend op de parkeerbehoefte van de woning zelf

Verbeelding

  1. De stroken met de dubbelbestemming ‘Leiding – Water’ worden verruimd tot 5 meter aan weerszijden van de leidingen. 
  2. Er wordt een agrarisch bouwvlak vergroot, zodat de vergunde bedrijfswoning in het bouwvlak komt te liggen (Hoge Duvekotsweg 12 Aagtekerke). 
  3. Ter plaatse van de schuur komt een functieaanduiding met contour met een oppervlakte van maximaal 315 m2 en een goot- en bouwhoogte van respectievelijk 4 en 8 meter (Kaasboerweg 2 Meliskerke).

Ter inzage

Het gewijzigd vastgestelde bestemmingsplan ‘7e herziening Buitengebied Veere’ en het besluit van de gemeenteraad liggen vanaf 26 februari 2025 ter inzage op:

  1. Het gemeentehuis: Traverse 1, 4357 ZV in Domburg. 
  2. www.ruimtelijkeplannen.nl  onder plannummer NL.IMRO.0717.0194BPBgbH7-VG01 en op www.regelsopdekaart.nl
  3. overheid.nl onder nummer gmb-2025-78842. 

Beroep en voorlopige voorziening afdeling bestuursrechtspraak Raad van State

Beroep

Van 27 februari tot en met 9 april 2025 kan tegen het besluit van de gemeenteraad schriftelijk beroep worden ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA te Den Haag. Beroep kan worden ingesteld door belanghebbenden. 

Inwerkingtreding en voorlopige voorziening

De vastgestelde 7e herziening van het bestemmingsplan treedt in werking met ingang van de dag, na die, waarop de beroepstermijn is verstreken. Indien binnen de beroepstermijn tevens een verzoek om voorlopige voorziening is ingediend bij de Voorzitter van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State treedt het bestemmingsplan niet in werking voordat op het verzoek is beslist.